Het Vlaamse Regeerakkoord "Samenwerken aan een warm en welvarend Vlaanderen" wordt kritisch onthaald door de Vlaamse Beroepsorganisatie van Zelfstandige Verpleegkundigen (VBZV).
Hoewel de vorming van de regering snel na de verkiezingen werd afgerond, wat positief wordt ervaren in het licht van eerdere moeizame regeringsformaties, roept de inhoud van het regeerakkoord gemengde gevoelens op binnen onze sector.
Een belangrijk speerpunt van het akkoord is dat de Vlaamse regering wil dat burgers zo lang mogelijk in hun eigen huis kunnen blijven wonen. Hierbij wordt benadrukt dat de samenwerking binnen de eerstelijnszorg versterkt moet worden, waarbij huisartsen en apothekers als spilfiguren worden gezien. Dit is echter waar de eerste grote kritiek van VBZV naar voren komt: de thuisverpleegkundigen en zorgkundigen, de grootste groep (+/-28.000) zorgverleners die dagelijks bij patiënten aan huis komen, worden niet vermeld. Onze beroepsgroep vormt een essentieel onderdeel van de eerstelijnszorg, omdat wij niet alleen medische zorg bieden, maar ook inzicht hebben in de leefomstandigheden van patiënten. Onze afwezigheid in het akkoord wordt door de sector als een pijnlijke misser ervaren.
Zowel VBZV alsook NPTV hadden in hun memorandum nadrukkelijk gepleit voor een grotere rol van thuisverpleegkundigen in de zorgstructuur. Wij hadden gehoopt dat de regering ons als een volwaardige en geprivilegieerde partner zou erkennen in de zorgverlening aan huis. Het uitblijven van concrete plannen voor een betere samenwerking tussen zorgverleners, inclusief thuisverpleegkundigen, zorgt voor onduidelijkheid over hoe de eerstelijnszorg daadwerkelijk versterkt gaat worden.
Een ander thema in het regeerakkoord is de bescherming van zorgverleners tegen geweld en agressie, iets waar VBZV al actief aan werkt via een werkgroep. Het feit dat dit onderwerp expliciet wordt benoemd in het akkoord, wordt gezien als een positieve stap. Daarnaast is er aandacht voor de fysieke en mentale gezondheid van zorgverleners, wat gezien de toenemende werkdruk en burn-outklachten in de sector als een belangrijk punt wordt beschouwd. Toch blijft de vraag hoe deze maatregelen concreet zullen worden ingevuld.
Op het gebied van opleiding stelt de Vlaamse regering zich ten doel om de opleiding tot verpleegkundige aantrekkelijker te maken, onder andere door levenslang leren en werkplekleren te stimuleren. Het "project 600" dat zich richt op de opleiding van verpleegkundigen, wordt uitgebreid. Deze initiatieven worden positief onthaald, maar VBZV merkt op dat het in de praktijk nog moet blijken of deze maatregelen ook echt effect zullen hebben op het verbeteren van de werkomstandigheden en de aantrekkelijkheid van ons beroep. Daarnaast wordt in het regeerakkoord geschreven dat studenten verpleegkunde in hun vierde jaar een vergoeding zullen ontvangen. Hoewel dit positief klinkt, merkt VBZV op dat deze maatregel eigenlijk al eerder was vastgelegd, wat de vraag oproept of dit nu echt een nieuw initiatief is of simpelweg een herhaling van bestaande regelgeving.
Opvallend is dat sommige zorgdomeinen nauwelijks of niet worden benoemd in het regeerakkoord. Zo blijft palliatieve zorg, die sinds 2014 een Vlaamse bevoegdheid is, geheel onbesproken. Dit is toch bijzonder opmerkelijk aangezien palliatieve zorg een cruciale fase in het leven van veel patiënten betreft en zorgvuldige aandacht verdient. Het niet vermelden van dit onderwerp in het akkoord wordt dan ook als een gemiste kans ervaren.
Ook chronische zorg krijgt slechts sporadisch aandacht. Aandoeningen zoals obesitas, dementie, cardiovasculair risicomanagement, diabetes, COPD en astma worden slechts summier behandeld. Buiten een plan om de zorg voor dementie te verbeteren, blijft er weinig aandacht voor een preventief beleid rond deze veelvoorkomende chronische aandoeningen. Dit wordt als een tekortkoming gezien, aangezien preventie een fundamenteel onderdeel zou moeten zijn van elk gezondheidsbeleid. Iets waar VBZV ook in haar memorandum voor pleitte.
Wat we wel positief onthalen, is de aandacht voor mentale zorg. Dit is een thema dat de laatste jaren steeds meer aandacht heeft gekregen, mede door de groeiende bewustwording van de noodzaak om geestelijke gezondheid te integreren in het bredere zorgbeleid. De maatregelen op dit vlak worden als een stap in de goede richting gezien.
Conclusie
Samenvattend ziet VBZV in het Vlaamse Regeerakkoord een aantal positieve elementen, zoals de aandacht voor geweld tegen zorgverleners, de versterking van mentale zorg en de ondersteuning van verpleegkundige opleidingen. Tegelijkertijd zijn er aanzienlijke zorgen over de onderwaardering van thuisverpleegkundigen en het gebrek aan concrete maatregelen voor samenwerking binnen de eerstelijnszorg. Het niet benoemen van palliatieve zorg en het oppervlakkig behandelen van chronische zorg zijn gemiste kansen die de zorgsector teleurstellen. Het regeerakkoord lijkt in veel opzichten vaag te blijven over hoe de genoemde doelstellingen precies worden ingevuld, wat bij ons vragen oproept over de praktische uitvoerbaarheid van het beleid. We proberen nu reeds contacten te leggen met Minister Caroline Gennez van Vooruit. Werk aan de winkel!